Tijdens de opening van de tentoonstelling 'Woestijn Roos' op zondag 12 september sprak Alphons ter Avest (beeldend kunstenaar) een openingswoord voor Domas van Wijk. 

 

Ooit las ik een boek, De Vrolijke Wetenschap, van filosoof Friedrich Nietzsche. Volgens de schrijver zijn meest persoonlijke boek en misschien ook wel zijn meest toegankelijke boek.

Een boek waarvan de inhoud diep weggestopt zit in mijn geheugen. Grote delen ben ik vergeten, alleen de grondgedachte is blijven hangen of ik heb het op mijzelf betrokken, namelijk; kunst is de vrolijke wetenschap. En de vrolijkheid zit hem dan vooral in het verrassen, het proefondervindelijk ontdekken en het onvoorspelbare avontuur dat erin besloten ligt. Binnen echte wetenschap gaat het immers om feiten, bewijzen en nuttige resultaten, dat is logisch. In de kunstpraktijk gaat het allereest om het ervaren en ontdekken zonder dat het resultaat een voorspelbaar nut dient. Intuïtie en improvisatie zijn hier de spelers. Het destillaat bepaalt onze manier van kijken naar de dingen. Een voortdurende verwondering.

Ook las ik het boek De Woorden en de Dingen van filosoof Michel Foucault. Wat mij van de inhoud is bijgebleven is, dat wij woorden gebruiken om de dingen en daarmee eigenlijk alles om ons heen te kunnen beschrijven. Maar dat die woorden of de dingen soms hun waarde verliezen en plaats maken voor andere dingen en woorden. Telkens proberen we de dingen te benoemen en te begrijpen via onze woorden maar we krijgen nooit volledig grip op de dingen. Ze lijken een eigen wetmatigheid te bezitten.

Stel je het volgende voor: Dingen communiceren onderling in een taal die wij nauwelijks kunnen ontrafelen, al denken we van wel. De magie bestaat al uit het gegeven dat alle dingen een eigen plek hebben in, wat wij het universum noemen. 

 

Woestijn Roos | Domas van Wijk

 

Je zou kunnen zeggen dat de gehele geschiedenis van de mensheid bestaat uit pogingen de verhouding der dingen te ontrafelen. We hebben wel voortgang geboekt (musea liggen immers vol met veiliggestelde spullen, waarbij aanraken strikt verboden is, het zou de orde kunnen verstoren) maar zodra het zaakje wordt opgeschud kan het gepuzzel van voor af aan beginnen. Het complot der dingen houdt ons in hun greep en ons rest slechts het toekijken.

Brengt mij op een ander boek; Het Boek van Zand van dichter en schrijver; Jorge Luis Borges. En hierbij geef ik wederom een onvolledig maar persoonlijke samenvatting van dit verhaal; De hoofdpersonage is op zoek naar iets en vindt in een bibliotheek een boek, slaat dit open en maakt notities. Hij bladert door en probeert vervolgens de vorige pagina terug te vinden maar vindt iets anders op deze pagina. Telkens als hij een poging doet iets te herlezen of terug te vinden, blijkt dit onmogelijk. Ook de dagen daarna doet de persoon tevergeefs pogingen de logica van het boek te ontcijferen. Hij vindt telkens iets anders dan waar hij naar op zoek is. (Het boek is geschreven in 1977, ik las het in 1987, het jaar dat de eerste computer op onze kunstacademie werd geplaatst. Een computer lijkt wel een boek van zand). Ook in de kunsten vind je eigenlijk altijd net iets anders dan waar je naar op zoek was. Er zijn individuen die beweren dat ware kennis voortkomt uit mislukkingen of blunders. Je kunt je ook voorstellen dat mazzel of dom geluk kan leiden tot nieuwe inzichten. In dat geval staat verstand, intellect of rede buitenspel. Maar wat of wie bepaald dan wel het spel der elementen?

Ooit zag ik een film waarin dingen werden uitgedaagd om op elkaar te reageren zoals dingen dat kunnen maar niet altijd willen doen. Deze film; Der Lauf der Dinge van kunstenaarsduo Fischli/Weiss uit 1987, laat een kettingreactie zien van alledaagse gebruiksvoorwerpen.

Ik herinner mij fluitketels, stoelen, ballonnen, fietswielen, suikerklontjes, planken die vlamvatten en explosieve materialen. Het was een aaneenschakeling van haast onmogelijke bewegingen en reacties. Een spektakel van eigenschappen die in de dingen besloten liggen en het spel dat de kunstenaars daarmee in gedachten hadden. Hoe laat je een blokje kaas door een hoepeltje springen. Soms lukt dat, soms ook niet.

Bij Domas van Wijk herken ik een dergelijke relatie tot de spullen en dingen.

 

Detail installatie 'Woestijn Roos | Domas van Wijk

 

Zijn eindexamen op ArtEZ in 2017 bestond uit een ruimte-vullende installatie waarvan ik mij het volgende nog weet te herinneren: Er hing een koelkast iets hellend voorover hoog in ruimte met geopende deur. Het vocht in de ruimte sloeg neer in de koelkast tot water dat als druppels in een plantenbak viel die er precies onder stond. De plant nam het water op en kon een waterkoker verderop aanzetten waardoor er een kringloop ontstond. Verder herinner ik me nog een gitaar en een kip, vers van de poelier als personages, maar ik weet niet meer welke rollen die speelden in het geheel. Door Domas worden huishoudelijke apparaten vaak aangemoedigd iets te doen waarvoor ze niet zijn gemaakt, maar waartoe ze juist wel in staat zijn.

 

 

 A Love Story - Artez Finals 2017

 

Domas ziet mogelijkheden en heeft een bijzonder band met dingen die voor ons enkel nuttig kunnen zijn. Daarmee heeft Domas een heel persoonlijk onderzoeksveld gevonden. Het ontdoen van die nuttigheidswaarde geeft de dingen de ruimte voor een poëtisch verschijnen, voor een tipje van de sluier van hun ware aard. Wij zijn de toeschouwers van processen die wij proberen te doorgronden maar nooit helemaal zullen begrijpen en waaraan we ons dan ook nooit helemaal zullen hechten. Misschien is dat wel juist wat de fascinatie en vrolijkheid bepaald. Je blijft geboeid kijken. Ook naar deze installatie in Kunstenlab met de titel: Woestijn Roos.

Alphons ter Avest 

12 september 2021