Marie Stel, conservator moderne en hedendaagse kunst Valkhof Museum, opende zondag 26 maart de tentoonstelling 'Prima Materia' van Simone Albers. Hieronder kun je haar tekst nalezen. 

Via zwarte gaten ben ik het werk van Simone Albers ingevallen. Tijdens mijn onderzoek voor een tentoonstelling over het universum en zwarte gaten die eind dit jaar in Valkhof Museum plaatsvindt, stuitte ik op haar werk. Sindsdien hebben de werken, de vormentaal en de thema’s die erin besloten liggen mij niet meer losgelaten.

In teksten over haar werk wordt steevast haar fascinatie voor en onderzoek naar de complexiteit en samenhang binnen de natuur benadrukt, van het allerkleinste tot het allergrootste. De gedachte die mij echter al heel snel na mijn ontmoeting met Simone Albers en haar werk inviel, is dat een woord als fascinatie eigenlijk niet toereikend is voor haar praktijk. Ze wordt onmiskenbaar gedreven door een willen weten en begrijpen, maar het is meer dan dat.

 

 

Marie Stel opent de tentoonstelling 'Prima Materia'

 

Haar benadering lijkt veel dieper te gaan, en is in mijn ogen meer te typeren als een willen voelen en ervaren van die complexiteit en die soms onnavolgbare connecties tussen alles in dit universum. Albers dompelt zich erin via haar kunstenaarschap. Haar werk zie ik dan ook als een zoektocht naar die diepere verbinding tussen alles dat leeft en ‘is’ – in de breedste zin van het woord – waar ook de verbinding tussen haar als maker en datgene wat ze verbeeldt deel van uitmaakt.

Die zoektocht gaat Simone Albers met grote toewijding en bezieling aan. Haar praktijk lijkt daarbij ook een steeds intiemere benadering te krijgen. Voor deze tentoonstelling begon ze vrij letterlijk bij de wortels van de thematiek in haar werk. Vanuit de gedachte dat de natuur ons iets kan leren, en in feite onze oudste leermeester is, groef ze in aarde en water en bracht de natuur vervolgens letterlijk de expositieruimte in. Haar werk gaat zo niet langer alleen maar óver de natuur, maar is nog duidelijker een intieme samenwerking en verstrengeling mét de natuur.

Het resultaat is het landschap waarin we nu staan. Een landschap als een lichaam, dat leeft en waar onze eigen lichamen weer onderdeel van uitmaken. Een landschap waarbinnen alle componenten met elkaar in contact staan in een continue uitwisseling van kennis.

Staande te midden van dit intieme landschap herinnert Simone Albers ons eraan dat wij mensen niet meer in staat lijken om de stemmen van al die andere elementen waarmee we verbonden zijn te horen. Haar werk is geschreven in een taal die we vergeten lijken te zijn. Toch maken bepaalde details een gevoel van herkenning los – een gevoel dat diep verankerd ligt in ons lichaam. Details die symbolen onthullen die al sinds mensenheugenis onze connectie met de rest van het universum aanduiden.

 

Detail 'Prima Materia' | Simone Albers

 

Detail 'Prima Materia' | Simone Albers

 

Centraal opgesteld staat een sculptuur van waaruit diverse kettingen zich als tentakels uitstrekken. Wie goed kijkt valt het op dat die kettingen bestaan uit een aaneenschakeling van kleine spiralen. De spiraal is een vorm die we vaak tegenkomen in het dagelijks leven. Maar het is ook een van de oudste pictogrammen die de mens in talloze culturen in verbinding heeft gebracht met het universum, en de bewegingen van ruimte en tijd daarbinnen. Net als de cirkel, waar de spiraal aan ontspringt en op voortborduurt, symboliseert het oneindigheid – een beweging zonder begin en einde. Niet voor niets is het dus een symbool dat de mensheid vanaf het begin der tijden heeft verbonden aan het ontstaan en de ontwikkeling van de kosmos.

Mensen hebben spiralen ook altijd herkend in de natuur, bijvoorbeeld in fossielen en schelpen. Ook in deze tentoonstelling vinden we onszelf steeds weer oog in oog met spiraalvormen. We hoeven alleen maar onze blik te verschuiven naar de verschillende touwen die deel uitmaken van de werken. In een centraal opgestelde sculptuur wikkelt een touw zich om een harpoen-achtige stok. Het touw lijkt bijna uit zichzelf te kronkelen, wat meteen ook laat zien hoe zeer de spiraalvorm de associatie met beweging oproept: spiralen ontstaan door draaiing. En het touw op zichzelf is overigens ook weer tot stand gekomen middels een draaiende beweging van vlasstrengen.

De kronkelende spiraal van dit touw roept daarmee ook direct de associatie op met iets levends, iets slangachtigs. Het is natuurlijk geen toeval dat ook de slang – door diens vorm en beweging een tot leven gekomen spiraal – een rol speelt in talloze mythes en verhalen rondom het ontstaan van de kosmos.

En als we het toch over spiralen en het leven hebben, dan ontkomen we niet aan de spiraal die ons mensen tot mens maakt: de dubbele helix van ons DNA.

Kortom, de spiraal is een symbool waarvan het universum op mysterieuze wijze lijkt doordrongen, van het allerkleinste tot het allergrootste. Van DNA-moleculen, ammoniet schelpen en kronkelende slangen, tot de draaikolkbewegingen van water, wind, sterrenstelsels en zwarte gaten.

En ook het universum van Simone Albers is doordrongen van spiraal-achtige kronkelende vormen die ons als een kosmische stroom meevoeren en niet meer loslaten.

Haar werk laat je niet alleen met andere ogen kijken naar de wereld om ons heen, maar je ook anders voelen in relatie tot die wereld. Wat we zien om ons heen is niet los te zien van wie we zelf zijn.

Ik hoop dan ook dat u zich, net als ik, laat meevoeren door de spiraal, en u nog verder het werk van Simone Albers in laat trekken.

Marie Stel

d.d. 26 maart 2023