Alex de Vries, curator en auteur voor o.a. Mister Motley, opende zondag 11 september de 'tentoonstelling 'no. 129 heavy frost' van Roos van Haaften. Hieronder kun je zijn openingswoord nalezen.
Het werk van Roos van Haaften gaat over licht. En het is ook licht. Het ontkent de zwaartekracht. Het heeft geen soortelijk gewicht maar is daar als een verschijnsel aan onttrokken. Ze heeft inmiddels een massa werk gemaakt, maar het kent geen dichtheid. Het is open, doorzichtig en je ondergaat het visueel als een vrije val. Ze breekt het licht in deeltjes die geen dimensie kennen. Haar werk is noch plat noch perspectivisch. Je kunt de beelden van Roos van Haaften zien als het resultaat van schaduwwerking, maar schaduw is juist iets wat in de weg staat om te ondergaan wat het werk werkelijk behelst. Het is een oplossing, een nagenoeg ontraceerbaar fenomeen dat bestaat uit de leemte die er tussen de dingen is. Het is bewegingsruimte voor de waarneming.
Er is vooral iets niet in het werk van Roos van Haaften. Tussen de stoffige restanten van het bestaan en hoe die worden gereflecteerd in onze gedachten is een hiaat dat zij weet te verbeelden. Tussen het een en het ander is een lege ruimte die we overslaan in het kijken en die we ervaren als licht in de lucht. Dat licht wordt door haar gebroken en in de lucht veroorzaakt zij een breuk in het kijken.
Het komt erop aan te beseffen dat een beeld van Roos van Haaften geen illusie is, geen luchtspiegeling of gezichtsbedrog. Nu ze haar beelden ook in kleur gedaante laat krijgen is het goed te beseffen dat het geen zeepbel is die je door kunt prikken, geen olievlek op het water die op den duur verdampt. Het is een vlek voor je ogen die juist een vorm aanneemt omdat je bent beschermd door de dunne film of folie waarmee je zicht op het verblindende licht is afgeschermd.
z.t. - Roos van Haaften
Kleur is een afgeleide van gebroken licht. Waar een zwart-wit beeld tijdloos aandoet, in een gekleurde voorstelling altijd tijdgebonden. Wat je ziet is van voorbijgaande aard. Het zal verkleuren, verbleken en verschieten; oplossen in de overbelichting of verduistering die het beeld laat verdwijnen. We zien het zolang het er is. Het duurt voort als we ernaar kijken, maar uiteindelijk wenden we onze blik af. We doen onze ogen dicht en zien het niet meer voor ons, maar maken er een gedachtebeeld van. Daar zijn we ons bewust van. Roos van Haaften veroorzaakt de gedachte die we niet verwachten. Door haar denken we na over vragen die we onszelf niet stellen maar door haar werk worden verbeeld.
In 1985 maakt de Vlaamse theatermaker Jan Decorte de voorstelling ‘Kleur is alles’. Die ging onder meer over “iemand die een schilderij wil maken maar geen doek, geen penselen en geen verf heeft. En geen onderwerp.” Je zou kunnen zeggen dat die voorstelling over Roos van Haaften ging, maar ze was nog maar twee jaar toen Jan Decorte zijn theaterstuk schreef. Bovendien, ze mag dan geen doek, geen penselen en geen verf gebruiken, ze heeft wel een onderwerp. Met haar achtergrond als theaterontwerper is licht het materiaal waar ze altijd mee werkt. De titel van haar installatie ‘No. 129 Heavy Frost’ is ontleend aan de naam van een Lee-theaterfilter om bepaalde scenes in een specifieke sfeer uit te lichten. Alleen in haar installatie licht Roos van Haaften niets uit. Er is geen scene. Het is geen theater. We zien geen voorstelling. Ze maakt zichtbaar dat we iets voor ogen hebben; dat je greep op het leven kunt krijgen door het onder ogen te zien. Je moet kijken naar wat je achterlaat om te ontdekken wat je voortbrengt. Dat we stof zijn en weer stof zullen worden is een gewaarwording die je bij haar als een bevrijding ondergaat. Ze brengt je naar het licht.
We vergaan. Zo vergaat het ons, maar we doen iets om ons bestaan kleur te geven. Je moet goed om je heen kijken. Bij verrassing, als bij toverslag, zie je dan dat alles gekleurd is, zoals K. Schippers opmerkte. Het is een bewijsvoering voor het misverstand dat het leven kleurloos is. Het is een ketterse constatering, van dezelfde aard als het bewijs van Galileo Galilei dat de aarde om de zon draait en niet andersom, dat de wereld qua vorm eerder een misvormde gehaktbal is dan de eerste pannenkoek die bij het bakken meestal mislukt.
z.t. - Roos van Haaften
Roos van Haaften gunt ons een blik op het universum zoals we dat nog nooit voor ons hebben gezien. Om een beeld te maken heeft ze niets nodig. Bij Roos van Haaften gaat het er altijd over dat ze onooglijke rommeltjes gebruikt om ons een overweldigende weergave van de werkelijkheid voor te spiegelen. Maar is het niet eerder andersom? Gebruikt ze haar reflecties niet om aan te tonen dat de werkelijkheid een rommeltje is? Haar beelden zijn in feite een omgekeerd trompe l’oeil, geen gezichtsbedrog, maar een wake up call dat we onder ogen moeten zien wat we van de wereld hebben gemaakt. Nu ze zelfs abstracties tot stand brengt in elkaar spiegelende projecties met niets meer dan folieflinters en lichtfilters laat ze nog duidelijker zien dat de beeldende kunst de werkelijkheid niet hoeft te verbeelden om waar en overtuigend te zijn. Het lijkt een groot contrast met het winterse tafereel van de bevroren IJssel met de toren van Deventer op de achtergrond dat ze als een historische archiefvondst in de tentoonstelling heeft gereconstrueerd. Bedenk dat ze in staat is net zo indringend een gekende voorstelling met behulp van een vuil glasplaatje te realiseren als picturale landschappelijke lichtschitteringen door middel van resonerende ruimtelijke weerspiegelingen.
In haar nieuwste installatie in het Kunstenlab staat er niets meer in de weg tussen het licht en de projectie. De sluier is weggetrokken en er is geen schaduw meer. Ieder vorm van lichtvervuiling is ondervangen. We kijken in ‘deep space’ en zien het licht als kosmisch tumbleweed door de ruimte rollen. Het licht heeft volume zoals geluid dat heeft, maar geeft geen massa weer. Er zit niets meer tussen ons en het beeld in. Je kunt je erin vinden en je verdwijnt erin. De oplossing is wat je ziet.
Alex de Vries
d.d. 11 september 2022
Alex de Vries (1957) was in 1979 mede-oprichter van het tijdschrift Metropolis M. Van 1984 tot 1989 werkte hij in het Shaffy Theater in Amsterdam. Vervolgens was hij acht jaar hoofd Communicatie van de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem. Van 1997 tot 2001 was De Vries directeur van de kunstacademie in ’s‑Hertogenbosch. Sinds 2001 werkt hij als zelfstandig auteur, adviseur en curator in het bureau Stern / Den Hartog & De Vries in Den Haag. Met zijn compagnon, grafisch ontwerper Jan Willem den Hartog, beheert hij uitgeverij De Zwaluw.