Ruben; Laten we ermee beginnen dat ik speciaal voor jou de lange weg van Amsterdam naar Deventer heb getrotseerd, tot ik er rugpijn van kreeg in auto. Hahaha. Gisteren was je jarig! Nog gefeliciteerd!
Quentley; Ja, Ja, gisteren was ik jarig!
Ruben; Ik dacht dat je wel champagne bij je zou hebben!
Quentley; Haha! Ik kom zelf net van Leeuwarden hier naartoe, met de trein twee en een half uur!
Ruben; Ik zie dat je echt kranten uit Curaçao hebt gebruikt voor het werk…
Quentley; Ja dat zie je goed. Ik heb mijn moeder gevraagd ze te verzamelen. Ik heb ook de krant Extra direct gevraagd maar die bleven me aan het lijntje houden. Mijn moeder ging langs bij mijn tante, mijn oma en kennissen om de oude kranten te vragen.
Ruben; Great! Weet je wat er gebeurd is met een werk van mij waarbij ik gebruik maakte van kranten, dat ik op Curaçao gemaakt heb in de tijd dat wij elkaar ontmoet hebben toen ik je lesgaf bij het Instituto Buena Bista in 2012? Ze zeggen dat het is opgevreten door de termieten. En weet je dat er net nu belangstelling is voor dat werk? Ze wilden het gebruiken voor de tentoonstelling ‘KORSOU’ waar jij ook voor gevraagd bent, die in het Nationaal Archief in Den Haag eind van dit jaar gaat plaatsvinden. Nu moet ik een heel nieuw werk gaan maken.
Maar ik heb nu niet meer de gelegenheid om kranten van nu op Curaçao te gaan verzamelen. Ik heb niet meer de contacten op Curaçao zoals jij je moeder hebt, die je om hulp kan vragen. Je krijgt die kranten niet zo makkelijk.
Quentley; Ja, hiervoor heb ik ook drie maanden oude kranten gebruikt.
Ruben; Al het werk dat we toen gemaakt hebben ook dat van de leerlingen is verloren gegaan.
Quentley; Nee volgens mij is er niets meer van over. Van niemand is het bewaard gebleven.
Ruben; Zo jammer want het is een historisch werk dat we verloren hebben, waarin de hele politieke situatie van dat moment op Curaçao is gedocumenteerd. De kranten uit die tijd net na de omwenteling van 10 oktober 2010, dat Curaçao een autonoom land werd binnen het Koninkrijk, met het eerste Kabinet met de jongste premier ooit Gerrit Schotte, dat uiteindelijk leidde tot de moord op Helmin Wiels, die krijg je nooit weer terug…. Ik probeerde jullie toen politiek geëngageerd te laten werken. Jullie moesten alle kranten lezen en naar aanleiding daarvan een beeld van een politicus maken met diezelfde kranten.
Quentley; Het was toch Wiels die wilde dat Curaçao autonoom werd in het Koninkrijk?
Ruben; Nee, hij wilde uiteindelijk totale onafhankelijkheid van Nederland……. Partido PAR wilde autonomie binnen het Koninkrijk. Maar ja, wij hebben toen een kunstwerk gemaakt dat die periode op een kunstzinnige manier gedocumenteerd heeft, met onze kijk als kunstenaars op die situatie. En dat is helaas niet bewaard gebleven. Alleen op foto…..
Karolien; Maar heb jij het idee dat je tijdens die periode dat wij lesgaven bijna 10 jaar geleden, toen bij Instituto Buena Bista, dat er toen een zaadje is geplant voor het werk dat je nu maakt?
Quentley; Ja ik denk het wel. Ik was toen in mijn tienerjaren. Ik zag veel gevechten in de politiek en dat vond ik persoonlijk geen goed voorbeeld voor het volk. De verandering van toen rond 10-10-10, dat de Nederlandse Antillen werden opgeheven en dat Curaçao autonome status kreeg binnen het koninkrijk en hoe men daar in de politiek mee omging, heeft toen veel indruk op mij gemaakt. Ik ben daar toen heel kritisch geworden op de politiek en dat zie tot nu toe in mijn werk. Dit werk gaat daar ook over. Ik ben wel geïnspireerd geraakt door jouw werk. Maar ik wilde het niet kopiëren. En ik wilde ook niet hele teksten gebruiken die specifiek over de politiek gingen. Ik ging de hele krant gebruiken. Behalve de pagina met overlijdensberichten. Maar wel de lotto uitslagen en het internationale nieuws. Alle informatie die de mensen via de kranten tot zich nemen, heb ik gebruikt voor de sculpturen. Ik heb de kleren van de figuren van kranten gemaakt, alsof ze zich het nieuws letterlijk en figuurlijk ‘aantrekken’.
Het kippengaas heb ik als drager voor de kranten gebruikt, omdat het in de politiek zo erg geworden is dat ik bijna het gevoel krijg dat ze ons in een soort cocon gestopt hebben of dat we in een kippenhok opgesloten zitten met z’n allen. Deze beelden representeren het laagste deel van de bevolking, die iedere dag voor hun bestaan moeten ‘struggelen’. Ik wilde ook een deel van onze geschiedenis laten zien. Het gaat over het deel van de mensen die Curaçao nooit verlaten heeft. Ze durven dat ook niet. Ze willen ook niet meer leren wat je beter kunt doen voor het eiland. Ik heb dat zelf ervaren toen ik, nadat ik in Nederland ben gaan studeren, terugkwam voor vakantie op Curaçao. Daar voelde ik me gediscrimineerd, om het simpele feit dat ik in Nederland woon. Als ik bijvoorbeeld een goed idee heb om het land te verbeteren dan willen ze me de mond snoeren door te zeggen je bent ‘Macambia’. Je bent vernederlandst. (Macamba is een benaming voor Nederlander op Curaçao, niet zelden ook als scheldwoord gebruikt).
Ruben; Ja, dat heb ik precies hetzelfde ervaren toen ik in de jaren ‘80 terugging naar Curaçao.
Quentley; Ja, jij hebt het ook meegemaakt. Maar met die mentaliteit kom je niet verder en kun je geen land opbouwen. Daarom heb ik het knoek huisje gebouwd. Omdat ik zie dat die mensen, een bepaald deel van de mensen op Curaçao, alleen maar naar de geschiedenis in de achteruitkijkspiegel blijft kijken. De geschiedenis is heel belangrijk, maar ik zie ook dat je daarvan los moet komen.
Ruben; Ja, de verheerlijking van de ‘Yu di Kosou’. De politiek maakt daar volgens mij ook misbruik van. Nu wordt er bijvoorbeeld ook veel geklaagd op Curaçao over de studenten die naar Nederland gaan om te studeren, dat ze na hun studie niet meer terug naar Curaçao komen. Zo van wij betalen belasting om onze kinderen te kunnen laten studeren, maar ze komen niet meer terug zodat ze de vruchten kunnen plukken van die gestudeerde kinderen. Maar als ze dan terugkomen dan wordt ze verweten dat ze ‘Makambia’ zijn. Het wordt ze ook niet makkelijk gemaakt om wat ze geleerd hebben ook daadwerkelijk toe te passen. Ik schrijf daar heel kritisch over op Facebook. Want de Curaçaoënaars die terugkeren komen in een gevecht terecht, ze kunnen ook geen baan krijgen op Curaçao en ondervinden veel tegenwerking. Ze worden onzeker gemaakt bij terugkomst, door de ‘achterblijvers’. Die zijn bang dat ze hun baan kwijtraken en willen ook geen plaatsmaken. In feite sturen ze je zelf weer weg.
Quentley; Toen ik naar Nederland ging om te studeren aan de Koninklijke Academie te Den Haag, hadden we voordat we vertrokken een bijeenkomst met de minister van Onderwijs, Rene Rosalia, als ik me niet vergis, die toen ter tijd de portefeuille studiefinanciering had. Hij stond op een podium en hield een toespraak voor alle studenten die gingen vertrekken en hij zei; Je moet helemaal inburgeren en aanpassen aan Nederland en als je weer terugkomt naar Curaçao dan moet je hier ook weer terug inburgeren, want je bent dan niet meer in Nederland. Met andere woorden dan moet je je weer aanpassen aan en accepteren hoe het op Curaçao is.
Ruben; Dan moet je weer dom worden. In de praktijk werkt het wel zo. Weer een stap terug doen. Anders kun je het niet dragen. Ja, Rene Rosalia is heel anti Nederland. Heel complex. In feite word je weer ontdaan van alles wat geleerd hebt. Daarom konden ze ook niet met mij opschieten op Curacao. De studenten die op de Universiteit op Curaçao gestudeerd hebben, krijgen voorrang op die van Nederland. Dus dan is de conclusie dat je beter maar weer naar Nederland kunt teruggaan.
Karolien; Dat speelt nou al zo lang, Ruben maakte het mee en het is nog steeds niet verandert als ik Quentley hoor. Wat is nou de oplossing?
Ruben; Ze moeten je kunnen blijven manipuleren toch. Het is een manipulatie systeem. Het moet zo blijven omdat er te veel mensen baat bij hebben. Politieke partijen moeten stemmers hebben. En je moet op hun stemmen. Je moet je aansluiten bij een studentenvereniging en vriendenkring in Nederland die gelieerd is aan een bepaalde politieke partij. Dan heb je kans op een baantje op Curaçao en word je beschermd. De partijen MAN en PAR hebben bijvoorbeeld verenigingen in Nederland, daar kun je van profiteren als je teruggaat na je studie. Maar als je niet beschermd wordt door zo’n club, ben je vogelvrij.
Quentley; Jouw Facebook post laatst over de gaten in de wegen van Curaçao, is me ook bijgebleven. Ze blijven maar gaten vullen, Yena buraku. Toen mijn idee voor deze tentoonstelling moest indienen bij de curator, kan ik me herinneren dat dit een van de thema’s is waar ik het over wilde hebben met dit werk, dat ik het echt heel dom vind van de mensen op Curaçao dat er nog steeds zo veel gaten in de wegen zitten en dat ze die maar blijven vullen. Vanuit die frustratie heb ik ook deze tentoonstelling gemaakt en er over gesproken met de curator. Sinds ik klein ben doen ze dat en dat het steeds elke keer weer kapot gaat, een echte goede weg komt er niet.
Ruben; Minister Cooper had kritiek op de vorige minister Zita Leito van infrastructuur, maar er was geen geld voor toentertijd. Ik zou graag zien dat Curaçao meer gaat profiteren van de status die het heeft via Nederland als Europa en dat ze daar indienen voor subsidie voor infrastructuur, dan moet ook alles varantwoord worden. Uit de Europese fondsen kan de hele infrastructuur van Curaçao opgeknapt worden. Ze kunnen heel snel de asfalteermachines, die bij wijze van spreken al klaarstaan, laten overkomen. Maar men wil gewoon niets verantwoorden omdat ze dan niets aan de strijkstok kunnen laten hangen. Het is corruptie. En het blijft zo, zolang we het aan de oude politiek overlaten. Daarom als het onder de paraplu van Europa zou kunnen, dan wordt het gecontroleerd en moet alles verantwoord worden en kloppen. Dan kunnen we die corrupte politici gewoon laten opsluiten. Maar dat willen ze niet……..dus het probleem gaat blijven.
Jij hebt in feite in dit werk de mensen uitgebeeld die door de corrupte politici worden gemanipuleerd en bedreigd. Ik voel mij ook door deze mensen en de politici bedreigd. Want ja, ik heb te veel kritiek, ook als MC Pester. Deze mensen noemen me ook ‘Makambia’. Ze zeggen tegen mij; ‘Je bent laf geworden. Vroeger zong je zelf liedjes tegen het systeem, maar nu zeg je andere dingen’.
Ja inderdaad, ik heb me gerealiseerd dat we op Curaçao zelf degene zijn die de boel verzieken en lopen te stelen en niet Nederland, die van deze mensen overal de schuld van krijgt. Toen zei ik tegen mezelf; Ik stap eruit. Ik neem dit niet meer. Ik kan me niet meer met deze mensen vereenzelvigen.
Quentley; Ja, je moet je zelf blijven ontwikkelen.
Ruben; Kijk nou deze figuur hier die je hebt gemaakt bijvoorbeeld. Hij werd vermoord……..?
Quentley; Ja, deze figuur werd vermoord. Het gebeurde per ongeluk. Deze figuur hier vooraan, moet een politicus voorstellen. Hij heeft dakpannen gestolen. Kijk maar in zijn Magunsa (supermarkt op Curaçao) tas. Hij representeert het geld. Begrijp je? Je weet zelf. Als je dakpannen hebt ben je rijk. Als je een zinken dak hebt of van eterniet, ben je arm.
Ruben; Ja, als je een zinken dak hebt dan zit je in een oven. Want dat wordt bloedheet als de zon erop schijnt, ’s middags moet je je huis ontvluchten vanwege de hitte. De mensen die in een blikken huis woonden hadden de kennis toen niet. Het hout dat ze in die tijd kregen van Shell, paste niet precies zodat er gaten tussen de planken bleven. Die kieren werden gedicht door het hout met een laag blik te bedekken. In de ochtend en in de nacht is het fris, maar overdag is het bloedheet in zo’n huis, het wordt een oven. Het blik neemt de hitte op en kookt je levend daarbinnen. Daarom heb ik ook een kunstwerk en een boek gemaakt dat helemaal over de blikken huizen op Curaçao gaat.
Quentley; Ja, die figuur die hier ligt kwam hier dus min of meer per ongeluk terecht. Ik had alle figuren al gemaakt toen ik hier kwam om te installeren. Toen heb ik de figuren zomaar neergelegd en toen kwam dit eigenlijk toevallig zo te liggen en heb ik het zo gelaten. Het lijkt nu alsof hij is vermoord en zijn moeder huilt bij hem. Eerst waren ze los van elkaar maar nu vertellen ze samen dat verhaal van misère, dat op Curaçao helaas een veel voorkomend iets is. Zo gebeurt het vaak bij mijn werk, dat tijdens de opbouw dingen ontstaan, dat er dingen veranderen tijdens het werk. Het proces vind ik belangrijk. Dan hebben we hier een sculptuur van een rastaman die gearresteerd is. Maar ze representeren allemaal mensen die met het leven worstelen en het moeilijk hebben. Er wonen niet alleen mensen op Curaçao met weinig geld trouwens.
Karolien; Juist het verschil tussen arm en rijk op Curaçao vind ik zo moeilijk om mee om te gaan.
Ruben; Er zijn ook veel mensen met valse trots. Maar ook veel mensen die iets van je willen, die denken dat jij ze iets zou moeten geven. Dan zeggen ze; Hai! Hoe gaat het? Geef dan wat? Ai no, je bent een grappenmaker. Je komt uit Nederland, dus geef me een mazzel dan….
Quentley; Ja, ze hebben het idee dat als je uit Nederland komt dat je veel euro’s zult hebben. Maar je weet het zelf, het is niet zo dat we hier niet moeten ‘struggelen’, alles in Nederland is duuuuur! Trouwens als ik terugga naar Curaçao en ik zie die prijzen daar, dat is ook echt te duur.
Ruben; Maar de mensen weten ook niet te eten. Je kunt heel goedkoop eten. Maar ze willen gewoon duur doen in de supermarkt, ze zijn de verkeerde dingen aan het kopen. Terwijl je een grote ‘dradu’ kan kopen direct bij de vissers op Caracasbaai, je stopt hem in mootjes in de vriezer en je hebt voor de hele week vis. Of je koopt een paar kippen en je slacht ze zelf. Maar men is lui geworden en dat werkt niet.
O sorry, ik sta op de kranten waarmee je de kadushi cactus hebt gemaakt…..
Quentley; O, dat geeft niet, je mag erop lopen. Het is de bedoeling dat je op de kranten loopt. Ja de vorm van de kadushi heb ik gemaakt…… Ik wilde eigenlijk niet alleen over Curaçao praten, maar ja ik ben een Curaçaoënaar en wil dat de mensen die hier in Nederland wonen toch ook het verhaal van Curaçao weten. Een beetje van de geschiedenis. Nu zie ik veel verandering, bijvoorbeeld dat men op school meer les krijgt en er meer bekend wordt over de geschiedenis van Curaçao. Daar ben ik blij mee. De beelden van de zogenaamde zeehelden van vroeger worden weggehaald en er is discussie over of hun daden echt wel zo heldhaftig waren. En er is meer aandacht voor de slachtoffers die ze ook gemaakt hebben.
Ruben; Maar het allermooiste vind ik dat het bewustzijn nu ontstaat dat ‘wij’ ook mee mogen profiteren van de rijkdom. De titel van jouw tentoonstelling ‘Gun nos tambe’ verwijst daar ook naar. Wij mogen er ook van genieten.
Karolien; Het is niet een kwestie van mogen, ‘wij’ moeten ook profiteren. Dat is nog een stapje verder.
Quentley; Ja, de titel is; Gun mij ook, of gun ons ook.
Ruben; Ja, dat is iets wat ik ook voor aan het vechten ben. De kansen liggen niet voor het oprapen. Dus je moet die kansen zoeken en bevechten. De mensen afkomstig uit onze cultuur (van Curaçao) die hun plekje hier in Nederland al bevochten hebben, die vinden het moeilijk om mensen van hun cultuur erbij te betrekken uit angst dat ze hun plekje weer kwijtraken…..
Bijvoorbeeld als je naar Jandino Asporaat kijkt dan heeft hij zich erg laten inspireren door de Bobbeling, en hij heeft daarmee veel bekendheid gekregen, maar hij zal nooit MC Pester en DJ Moortje, de grondleggers van de Bobbeling in Nederland die ook van Curaçao afkomstig zijn, in zijn programma uitnodigen. Laat staan dat hij ons de eer zou geven. Omdat hij voorzichtig is, omdat hij denkt dat we criminelen zijn. Hij praat daar niet over.
Quentley; Ja, dat heb ik ook op Curaçao meegemaakt. Men wil je niet zien groeien. Je wordt niet gesteund door mensen van je eigen achtergrond. Ik zie dat niet vaak gebeuren. Ik zou daar verandering in willen brengen.
Ruben; Het komt doordat men denkt dat er weinig vlees aan het bot zit. Het weinige vlees dat eraan zit willen zij zelf helemaal opeten. Als je komt worden ze een beetje zenuwachtig en voelen zich bedreigd. Daarom deed ik gewoon mijn ding op Curaçao. Ik ging gewoon zonder veel mensen op de hoogte te stellen en zonder geld te vragen, met kinderen werken op Curaçao. Ik hoor ze bij wijze van spreken al roepen, Roy Colastica en Gibi Basilio, mensen die in de culturele sector op Curaçao iets te zeggen hebben; ‘Nee, met die Ruben niet, neee’.
Quentley; Ja, jij bent te ‘out spoken’ voor ze. Je bent brutaal eerlijk en je wilt verandering. Je maakt een statement. Maar als het te direct is voor ze, in hun gezicht, dan willen ze hun handen daarvan wassen.
Ruben; Dan heb je geen kans om te veranderen. Kunst is juist een manier om verandering te brengen. Je wil iets teweegbrengen en dat wordt je dan onmogelijk gemaakt.
Karolien; Zou deze expositie op Curaçao mogelijk zijn?
Quentley; Ja, ik denk het wel. Ik vind het belangrijk dat het op Curaçao getoond wordt. Ik wil echt een reactie van de mensen op Curaçao krijgen.
Ruben; Een hele tijd geleden heb ik op Curaçao eens een kritische installatie laten zien tijdens de tentoonstelling ‘Caribean Crossroads - Curaçao’ bij Museum di Tula, van Landhuis Knip, op Bandabou. ‘KakaDushi’ heette dat werk. Ik vind het altijd leuk om met woorden te spelen. Van die cactus kan je soep maken en weer uitpoepen. Er zat een figuur gehurkt te kakken op een krant en een dames figuur stond in een oogstfeest jurk van plastic boodschappen tassen, met een echte kadushi cactus op haar hoofd. Om de figuren heen waren kartonnen met kranten en toiletbrillen erop geschilderd. Alles met toiletten, maar de figuur heeft geen wc op zijn behoefte te doen. Ik was toen gefascineerd door het feit dat er nog steeds niet in ieder huis een op Curaçao een toilet, laat staan een badkamer aanwezig is. Ook om aan te geven hoe veel armoede er nog op het eiland is.
Het was wel leuk want dat werk was de aanleiding voor de mensen van het IBB , toen Nancy Hoffmann om mij uit te nodigen voor een artist in residence. Ik ken David Bade van een van zijn eerste tentoonstellingen in het Stedelijk museum. Daar verzorgde ik samen met Reynaldo Chirino een performance.
Maar toen in 2011 zijn Karolien en ik naar het IBB gegaan voor een artist in residence en zo hebben wij elkaar ontmoet Quentley. Ik vind het wel heel erg leuk om te zien dat de club leerlingen van dat jaar waar wij mee hebben gewerkt toen, nu voor een groot deel, heel goed aan de weg timmert. Ik denk aan jou, Roxette Capriles, Elvis Chen, Kristel Rigaud, Vincent Lauffer en Timoty Voges. Daarna zijn er meerdere gevolgd. Ik wilde toen de kunst werkvorm installatie smaken aan jullie tonen.
Quentley; In een installatie kan je echt alles kwijt en uitproberen. Dat is het leuke ervan. Je kan een verhaal vertellen. Het publiek kan het heel fysiek ervaren. Maar ik voel me ook heel erg thuis in het tekenen. Daar kan ik ook veel fantasie kwijt. Alleen ben je meer gelimiteerd.
Ruben; Toen bij het IBB hadden we echt alle media gebruikt. Muziek, video, sculpturen, werken op papier. Echt multi media dus.
Quentley; Jullie hebben toch net als ik ook op de Koninklijke Academie in Den Haag gezeten?
Ruben en Karolien; Jaa. Ruben is afgestudeerd in 1986 met video art en Karolien in 1990.
Ruben; Ik was ook werkzaam op de Vrije Academie Psychopolis in Den Haag vanaf eind jaren zeventig tot eind jaren tachtig. Onlangs is er toevallig een grote reünie manifestatie van geweest (https://va-psychopolis.nl/) en heb daar ook allerlei experimenten gedaan in die tijd. Zoals schilderen met mijn lul haha. Ik maakte voor mijn eindexamen op de Koninklijke een performance in een boksring. Ik ben ook bokser geweest en dat bracht ik in mijn werk tot uitdrukking. Maar ik denk dat men er toen nog niet klaar voor was in de kunstwereld om dat zo te accepteren. Nu is video art en performance totaal iets anders geworden. Performance art is weer helemaal terug. Het gaat met golfbewegingen.
In die tijd in de tachtiger jaren deed ik vaak performances. Liefst op straat. Om de apartheid te bestrijden ging ik bijvoorbeeld voor de Zuid- Afrikaanse ambassade in Den Haag de liefde bedrijven met mijn toenmalige vriendin symbolisch dan, om de liefde tussen zwart en wit te illustreren.
Tijdens zomercarnaval in 1990 te Rotterdam maakte ik van hout de Gouden Koets na om als praalwagen mee door de stoet te lopen. Net als men op Prinsjesdag naar de koets gaat kijken. Als reactie op de racistische panelen op de gouden koets. Een filmpje daarvan is nu te zien in het Amsterdam Museum bij de tentoonstelling over de Gouden Koets.
Als protest tegen de afschaffing van de Beeldende Kunst Regeling destijds deed ik ook een protest performance bij het Stedelijk in Amsterdam en het gemeentelijk museum te Den Haag. Helaas is toen mijn busje voor mijn deur in brand gestoken door skinheads, waardoor ik niet verder kon naar Rotterdam bijvoorbeeld. Ik bood mezelf aan als mannelijke hoer voor vrouwelijk museumbezoekers bij wijze van, omdat ik me daartoe gedwongen voelde toen die regeling gestopt werd waardoor mijn inkomen drastisch verminderde en ze alle kunstenaars de sociale dienst in stuurden.
Dat soort dingen. Politiek geëngageerd en activistisch getinte performances. Als ik het geen kunst had genoemd dat hadden ze me gearresteerd misschien. Ik ging ervan uit dat ik gebruik kon maken van mijn recht om te demonstreren. Maar ja, men maakte mij in Den Haag uit voor dorpsgek en namen het niet echt au serieus. Op die manier zocht ik aandacht voor bepaalde maatschappelijke problemen, die mij ook persoonlijk raakten. Ik deed een performance om aandacht te genereren van de pers en als het dan ik de krant was gekomen, was voor mij het project geslaagd. Ik maak mijn werk om in de krant te komen en daarom werk ik ook graag met kranten.
We gaan straks weer aan de slag voor het Nationaal Archief en dan ga ik weer met krantenkoppen werken. Ik wil het in dat werk hebben over het nu. Niet over Tula of zo. Ik wil het over mijn familie hebben. Mijn oma is mijn heldin niet Tula.
Quentley; Ja dat klopt. Ze gebruiken gewoon alleen een persoon, Tula in dit geval om het hele verhaal van slavernij aan te plakken, maar er zijn zo veel interessante andere mensen die gestorven zijn in deze strijd.
Karolien; Is dat ook de reden dat jij vaak juist je eigen familieleden portretteert in je werk?
Quentley; Ja, daarom ben ik begonnen met mijn familieleden en vrienden te portretteren omdat ook hun verhaal verteld moet worden. Omdat mensen in Nederland hen ook moeten leren kennen.
Ruben; Ja alles wat in het archief zit staat vast. Maar wat nu leeft daarbuiten, dat is interessant. De titel van jou werk ‘Gun nos tambe’ daar moeten we het over hebben. Wat zit ons nu dwars en wat zit mijn familie nu dwars, dat ze in de weg zit om vooruit te komen. Daar wil ik het over hebben. Het is een bewustmakingsproces.
Karolien; Ja, het moet juist naar buiten komen zodat er ets aan kan worden gedaan.
Quentley; Ja ik kan me wel door het verleden laten inspireren. Maar ik wil het hebben over nu, wat het effect is van het verleden op het heden.
Ruben; Ik heb te maken met het nu. Met mijn eigen gevecht. Niet met Tula. Meestal kunnen wij alleen participeren in de kunst als er een tentoonstelling is over Curaçao, of migranten of zo maar niet tussen de anderen. Je wordt zo een beetje in de folklore hoek geduwd. Een tentoonstelling ‘Tropisch Koninkrijk’ in 2013 waar ik participeerde bij de Fundatie in Zwolle, kreeg ook een recensie waarin woorden als folklore en veelkleurig genoemd werden. Heel vervelend vind ik dat. Karel Appel mag wel veel kleuren gebruiken en dan wordt het wel goed gekeurd.
Quentley; Ja dat is ook de reden dat ik gewoon onbeschilderd karton heb gebruikt om mijn werk mee te maken. Het lijkt een waardeloos materiaal dat je maar een keer kunt gebruiken en daarna weggooien. Vanuit het oogpunt van racistische mensen die iets tegen ons als zwarten hebben, die zien ons als iets waardeloos. Maar we hebben waarde. Als ik kunst maak van waardeloos materiaal transformeer ik het tot iets waardevols. Dus als ik portretten maak van mijn familie in karton maak ik ze ook tot iets heel waardevols. Zo kan ik het materiaal controleren door het met stanley messen te snijden en zo realistisch mogelijke karakters uit te beelden. Volgens mij dachten ze op de Academie ook dat ik iets heel kleurrijks zou maken. Ik dacht van nee, ik hoef hun vooroordeel niet te bevestigen. Ik wilde me niet in een hokje laten duwen. Daarom heb ik het werk juist zo sober gelaten. En gebruik ik het ruwe materiaal.
Het materiaal wat ik nu gebruikt heb, het kippengaas gaat straks oxideren en een roestig uiterlijk krijgen waardoor het ook beter ons bruine mensen kan representeren.
Ruben; Op de Koninklijke Academie konden ze mij ook niet plaatsen. Ik zette ze steeds op het verkeerde been.
Quentley; Ja, ik denk dat jij door jou manier van doen op de Academie ook een beetje de weg vrij hebt gemaakt voor de nieuwe generatie, zoals ik. Net zoals onze voorouders voor ons gevochten hebben voor onze vrijheid. Door hun strijd zijn wij nu aan het genieten. Daarom wil ik de tijd van nu gebruiken in mijn kunst. Het verleden kunnen we niet veranderen.
Karolien; We kunnen wel de kijk van mensen op de geschiedenis veranderen. Dat is wat je nu echt ziet gebeuren.
Ruben; Wij verrijken de kunst. Ze (curatoren en kunstcritici) willen ons in de folklore hoek duwen, maar wij zijn niet die folklore.
Het was heel opvallend dat na dat ik een huisje had gemaakt met blikken bekleed, ‘Ik woon hier’ getiteld in 2002, dat tentoon gesteld werd op de toenmalige Vrije Academie aan de Paviljoens gracht te Den Haag. Toen zag ik in het jaar daarop op de Academie allemaal leerlingen die ook huisjes gemaakt hadden. Dan zie je hoe het werk anderen inspireert.
Het huisje vertelde meerder verhalen. Ik had het huis van binnen behangen met kranten zoals men vroeger op Curaçao ook de muren met kranten beplakt. Mensen met weinig geld gebruikten aloë om mee te plakken. Vroeger had je op Curaçao in een straat bijvoorbeeld maar een persoon die de krant had en die vertaalde het nieuws dan mondeling door naar de buurtbewoners. Hij kon ze vertellen wat hij wilde en verspreidde ook veel nepnieuws. In de huizen plakten ze ook belangrijke berichten uit de krant op de muur. Overlijdensberichten bijvoorbeeld van geliefden en zo.
Mensen behangen met goud heb je ook veel op Curaçao. Zodra ze wat geld hebben kopen ze goud. Maar waarom? Om je te vertellen dat ze beter zijn dan de rest? Die mensen met gouden kettingen behangen zie je in Punda met een krant onder hun arm paraderen, maar als je ze vraagt wat er in de krant staat, blijken ze niet eens te kunnen lezen. Als je naast ze gaat zitten bij Plaza ( = de markt in Punda te Curaçao ) dan hebben ze in werkelijkheid niks te vertellen. Het zijn leeghoofden. Ze snappen niks en behangen zich met goud om te camoufleren dat ze dom zijn.
Ook had ik in het kunstwerk snuivende politici verbeeld, omdat in het nieuws was geweest dat ze in het afvalwater cocaïne hadden gevonden. En het was het tijdperk van de bolletjesslikkers. Dat had ik er ook in verwerkt. Die kranten heb ik nog wel uit die tijd.
Uiteindelijk heb ik een jaar later zes van die huisjes gemaakt en tentoongesteld onder de titel ‘Zwerfarchitectuur’ in Rotterdam en er daklozen in laten wonen en weer later in 2010 heb ik een werk gemaakt ‘De architectuur van de Armoede’. Dat kwam allemaal uit elkaar voort, naar aanleiding van hetzelfde thema de armoede op Curaçao.
Toen ik op de Koninklijke Academie zat wilde ik graag uitmuntend slagen maar ik ben geslaagd met allemaal achten. Ze gaven nog traditioneel etsen in die tijd.
Quentley; Dat geven ze nu ook nog wel.
Ruben; Maar ik wilde verandering brengen in die oude technieken, dus ik dacht ik knip de zinken platen gewoon in stukken, soldeer ze aan elkaar tot een halsketting, een sieraad, draagbare objecten en daar maak dan weer een ets van. Heel experimenteel. De leraren kwamen daar steevast tegen in opstand. Maar even later zag ik gewoon dat mijn medestudenten het ook allemaal gingen doen…….
Als ik terugkijk komen kranten eigenlijk altijd terug in mijn werk. In al mijn werk naar aanleiding van belangrijke thema’s in het nieuws, zie je het terug. Ik gebruik de originele krant ook, maar meestal kies ik ervoor om bijvoorbeeld foto’s en teksten kranten koppen uit de kranten die bij het werk toepasselijk zijn en daar maak ik dan kopieën van. Niet alleen omdat ik dan een grafisch spel kan spelen met de teksten, maar het papier is ook sterker. Van betere kwaliteit. Kranten gaan makkelijk stuk. Als ik je advies mag geven voor wat betreft gebruik maken van echte kranten, gebruik liever kopieën want dan is het minder kwetsbaar. Als je straks bijvoorbeeld de cactus die je hebt gemaakt hier op de grond moet afbreken, dan moet je misschien weer een nieuwe maken als je het werk opnieuw moet installeren. Volgende keer kun je het misschien op stof of vinyl bilboard spul laten drukken. Of meer met schaduwwerking en contrast aan de gang gaan, zodat de cactus nog duidelijker te zien zou zijn en minder plat is. Je kan dan misschien een dieptewerking effect bewerkstelligen. Mensen zien je werk maar ze zien het niet echt, dus zo kan je het nog indrukwekkender maken.
Maar het werk is goed en het is jouw interpretatie, je vertelt een verhaal op jou manier.
Om nog even terug te komen op de Curaçaose politiek, het stoort mij enorm dat er binnen de politiek een stroming is die tegen samenwerking met Nederland is en tegen Europa is, terwijl als ze kijken naar de Canarische- eilanden en Madeira bijvoorbeeld wat Europa daar gedaan heeft voor de infrastructuur dat is enorm. De eerste keer dat we naar Madeira gingen in 2003 moesten we uren rijden over smalle bergweggetjes om naar de andere kant van het eiland te komen. Tien jaar later hebben ze het eiland doorboord met zo veel tunnels dat je nu in 10 minuten aan de ander kant bent. Niet te geloven. Alles op kosten van Europa. En op Curaçao worstelen ze al 40 jaar met dezelfde gaten in de weg. Waarom kunnen ze geen mooie kustweg met bruggen maken met Europees geld. Het geld ligt er!
Quentley; Waar ik ook moeite mee heb is dat de partijen die er zijn, ook al heel oud zijn. Er is geen vernieuwing van partijen, niet van politici en ook niet van ideeën.
Karolien; Precies. Kijk nou naar Charles Cooper bijvoorbeeld. Die heeft al in zo veel partijen gezeten…hij switcht gewoon van partij als hij maar aan de macht kan zijn.
Ruben; Ja, en als ze geen politicus meer zijn dan worden ze adviseur van de politiek en verdienen ze handenvol geld om allemaal rapporten te schrijven die vervolgens onder in een la liggen te verstoffen. Daar kunnen ze dan leuk miljonairtje van spelen. Zo wordt het geld verspild.
Bo ta kompronde e wega? - Begrijp je het spel?
Quentley; Ik wil daar niet meer wonen hoor. Ik ben er twee jaar geleden voor het laatst geweest. Om afscheid te nemen van mijn oma voor drie weken. Ik ben wel in Europa op reis geweest.
Ruben; Ik loop gewoon risico als ik daar naartoe ga. Ik wil die mensen niet meer zien.
Op dit moment heb ik een kunstwerk staan bij ‘Greyspace’ een doodskist met allemaal racistische benamingen erop en scheldwoorden. Het heet ‘Etiket’ oftewel ‘Deze woorden zouden begraven moeten worden’. Het is in het kader van de manifestatie over de Vrije Academie Psychopolis. Mensen die de tentoonstelling bezoeken mogen ook een woord op een klein doodskistje schrijven en die worden ook mee begraven. Aanstaande zaterdag wordt het werk zogenaamd begraven, dan is de ‘uitvaart’. Voor die tentoonstelling in het Archief wil ik daarop doorborduren.
Quentley; Ik ga kijken!
Karolien; Heb je eigenlijk een atelier?
Quentley; Ja, eerst zat ik in Den Haag. Maar gelukkig heb ik nu een atelier in Rotterdam.
Karolien; Ik heb begrepen dat STROOM Den Haag je bij je afstuderen een prijs hadden toegekend?
Quentley; Ja, ja, dat was de Stroom Invest prijs inderdaad. Ik ben ook nog steeds ingeschreven bij Stroom, maar voor deze tentoonstelling is een budget aangevraagd bij het Mondriaan Fonds.
Karolien; Hoe zijn ze bij jou gekomen voor deze tentoonstelling?
Quentley; Ik ben gespot door Aalt van de Glind, de broer van Gerda van de Glind die hier werkt. Hij volgde al een tijdje mijn werk, vanaf de vorige tentoonstelling die ik deed. En toen ze ruimte hadden heeft hij mij gevraagd.
Ruben; Even over je buurman Ian De Weerdt was hij ook aan het installeren toen jij bezig was?
Quentley; Ja, ik heb enorm respect voor hem voor al het zware werk dat hij heeft gedaan om het in te richten. Zijn familie en vrienden hebben ook allemaal geholpen. Hij gaat het volgens mij mee terug naar België nemen.
Karolien; We zijn nu ongeveer anderhalf uur aan het praten naar aanleiding van je werk. Denk je dat het iets toevoegt?
Quentley; Ja, dat denk ik wel. Zeker.
Ruben; Oké, dan gaan we nu foto’s maken.
Tape uit