Het verhaal en de plek
In 1830 werd de textielproductie naar Twente gehaald op initiatief van de Nederlandse regering. Twee belangrijke redenen daarvoor waren de lage lonen in Twente en de eeuwenlange ervaring van de bevolking met het weven en spinnen van textiel. In de eerste decennia was er vooral sprake van huisnijverheid. In 1860 werd hier de eerste stoomspinnerij gebouwd. Daarmee maakte de textielsector een belangrijke stap richting industrialisering.  >>

Het kunstwerk
Het kunstwerk verwijst naar de belangrijke gebeurtenis van 1860. Het beeld is subtiel en ijl en toont een mens die helemaal verweven is met draden en doek. De anonie­me figuur is gekleed in een gewaad van doek en gaat verborgen achter een enorme stapel geweven doeken in de armen.

Anne-Marie van Sprang brengt in het beeld ‘Draadje Doek’ een ode aan de vrouwen die in de fabriek de klossen in het gareel hielden en de draden tot doeken weefden. Het kunstwerk verbeeldt hun energie, maar verwijst ook naar het gezamenlijk onderhouden van de huidige ‘Stadstuin 1862’ op de plek van de oude fabriek én geeft de kijker van nu inspiratie! 

De kunstenaar
De kunstwerken van Anne-Marie van Sprang zijn vaak fragiel. Enerzijds door het materiaal (ze werkt veel met porselein), maar ook door het formaat.  Kijken, luisteren, verbergen, onthullen en gezien worden zijn steeds terugkerende thema’s in haar werk. Ze maakt letterlijk zichtbaar wat in het groot soms verborgen blijft.

Wij hebben coördinaten in de tekst vermeld, via de app Commander Compass Lite kunt u deze invoeren en de Canonkunst vinden.

Het gedicht
Naar aanleiding van de geschiedenis, de plek en het kunstwerk heeft dichter Koos Geerds een gedicht geschreven:

Draadje doek

hoe meer ik draag hoe meer ik krimp
onder de stapelende last die doek

aan doek zich rijgt en sluipend weg
mij het gezicht totaal beneemt - nog

even en mijn dunne benen houden
het niet meer uit en ik verdwijn zo ijl

en nameloos als al mijn zusters
die sponnen aan dezelfde stof

en eindelijk uitgeput tot op de draad
versleten en nameloos in het niets

zijn opgelost – zie mij nog reikend
naar houvast onder de blote lucht

zodat ik mij al verder rek en rek
en met een zetje van mijn tenen

definitief in jouw herinnering vlucht