Zonlicht dat op water valt, fonkelt en glanst. Het is een beeld dat in volksverhalen van over de hele wereld een rol speelt. Wanneer water en licht hun spel spelen, brengen ze edelstenen voort, of ze maken samen een voor een de sterren aan de hemel en bouwen de regenboog. De glinsteringen zijn een aankondiging van een wonder.
Ook één van de installaties die Pelle Schilling toont in de tentoonstelling ‘En jij?’ begint met het verhaal van water, licht en regenboog. Plus een verkeersbord en Pelle zelf. Hij zit met een vriend aan de waterkant van een rivier in een stad in Nederland en drinkt een biertje. Samen kijken ze over het water. En dan ziet hij regenboogkleuren in het wateroppervlak. De regenboog verandert, golft, groeit, verkleurt, verdwijnt, verschijnt. Deze dynamiek vangt zijn blik en kluistert hem aan dat wat hij ziet. Of, zoals de antropologe Deborah Rose Bird over dergelijke ervaringen schrijft: ‘Shimmer grabs you. It allows you, or brings you, into the experience of being part of the vibrant and vibrating world.’ De glinsteringen grijpen hem bij de kladden. Volledig opgenomen in de bruisende en levendige wereld bevindt hij zich in dat moment waarin sterren, edelstenen en andere wonderen kunnen ontstaan. Voor hem, als kunstenaar, zit er daarna niets anders op dan deze ervaring weer op te zoeken en via een installatie met ons te delen.
De regenbogen die hij ziet worden gemaakt door hemzelf, het water, het zonlicht en het reflecterende verkeersbord dat op een dobberende boei is bevestigd. Op het bord is retro reflexief folie geplakt dat licht terugkaatst. Zo’n bord is in het donker vanaf een boot zichtbaar omdat de lichten van de boot het beschijnen. Het bord kaatst het licht inclusief de boodschap terug. De regenboogkleuren die Pelle in het water ziet, kennen we als iriserende, structurele kleuren. Zoals we die ook zien in bijvoorbeeld een zeepbel, parelmoerschelp en in de nek van een duif. Het zijn tinten en overgangen die niet louter en alleen door pigmenten worden geregisseerd, maar die in het spel van materiaaltexturen, licht en beweging tot stand komen. Het zijn kleuren die in vele westerse catalogi, waaiers en paletten achterwege zijn gelaten omdat ze moeilijk vast te leggen zijn, juist doordat ze dynamisch zijn. Maar deze visuele fenomenen behoren wel degelijk tot het rijk der kleuren.
In de grootste installatie van deze tentoonstelling gebruikt Pelle dit effect van licht reflecterend folie uiterst subtiel. Deze ruimtevullende installatie is niet eenvoudig te beschrijven. Aan de ene kant van de ruimte staat een metershoge, robuuste installatie die bestaat uit vier hefbomen. Deze bewegen als een pendulum; vier meterslange wijzers slingeren heen en weer. Aan elke wijzer is een rode lamp bevestigd en eronder staan klankschalen. De wijzers slingeren niet alleen van links naar rechts maar ook in hun hoogte is een kleine afwijking mogelijk. Daardoor tikken ze heel soms tegen een klankschaal. De klank herinnert aan het begin of einde van een meditatie. Hier vat ik het op als een seintje om steeds een stapje verder in de kijkervaring te gaan.
Tegenover dit grote mechaniek staat deel twee van de installatie: een meters-lange en hoge opgetrokken wand van retro reflectief folie. En daar op dat canvas staan we oog in oog met onze wederhelft; in verschillende gradaties tussen rood en zwart verschijnt onze schaduw. En ik zie niet één maar meerdere schaduwen van mezelf. Schaduwen die een eigen leven leiden want ze bewegen, vermeerderen, verminderen. Een mens zonder schaduw is een horrorbeeld in verhalen. Gezegd wordt dat de dood geen schaduw heeft. De veelvoud aan schaduwen bevestigt in deze gloedvolle, rode ervaring juist mijn levendige staat en toont me dat ik leef. Wij hier in deze rode donkere ruimte leven.
‘Shimmer draws people to experience the dynamics of participation in the enduring and the ephemeral.’ Wederom denk ik aan Shimmer, het boek van de antropologe Rose Bird. Het spel tussen licht en glanzend oppervlak is een uitnodiging voor ons om deel te nemen aan het blijvende en voorbijgaande, aan het tijdelijke en het eeuwige. De rode lampen achter me bewegen, ik beweeg, mijn schaduwen doemen op en verpulveren. Dan staat er iemand naast me die ik zie als één persoon, maar van wie ik wel vier schaduwen zie. Ziet hij die ook? Ziet hij de mijne? Zien onze schaduwen elkaar?
Iets golft door mijn lichaam, het is de galm van de klankschaal. Een nieuw kijkmoment begint. De persoon en ik verplaatsen ons en dan besef ik dat wat ik aanzie voor mijn schaduwbeeld eigenlijk mijn spiegelbeeld is. Want het reflexieve folie kaatst me mijn beeld terug terwijl de rode lampen achter me, mijn silhouet op het folie werpen. Schaduwbeeld, spiegelbeeld; nooit eerder heb ik op deze manier over hun gelijkenis gedacht. De kunstenaar weet hoe dit werkt, weet welke van de twee ik zie en wanneer ik nog even verder redeneer zal ik het ook doorzien, maar ik besluit dat het me daar niet om gaat. Voor mij telt de associatie en de fascinatie, die me onderdeel maken van het vibrerende leven zelf.
Bij binnenkomst van de tentoonstellingsruimte brandt een kampvuur. Of eigenlijk is het geen vuur, het is een installatie waarin iets ontsteekt, brandt, vonkt en dooft. Hier toont Pelle wederom een kleur die niet door pigment tot stand komt. Maar de kleuren die we hier zien bestaan bij de gratie van beweging en tijd. Het zijn de zogenaamde dynamische kleuren. Deze tijdafhankelijke kleuren zijn glanzende, fonkelende en bewegende kleuren zoals van een vlam, siervuurwerk of glitter.
De indrukken die wij van deze kleuren krijgen bestaan uit stadia tussen verschijnen en verdwijnen. Zoals hier goudoranje in een lichtstreep wordt opgebouwd, dan even staat als zilvergeel en witgroen, dan kromt, krult, groener wordt, dan van zilver naar goud glijdt en zich op de vloer oranjegoud spiegelt, en uiteindelijk dooft. De kleur ontstaat, glanst en overmeestert onze blik. En dan dooft het en direct begint het gemis en de hoop op wederkomst. Nogmaals, nog een keer, nog één keer samen ervaren en opgaan in die fascinatie.
Literatuur:
Deborah Bird Rose, Shimmer, flying-fox exuberance in worlds of peril. Edinburgh University Press (2022)